nl

In goede handen

Kort fictie verhaal

(1)

De vijf nieuwe eettafelstoelen pasten precies in de lift. Ik kon er alleen zelf niet meer bij. Ik stuurde de lift omhoog naar de 5de verdieping en snelde de trappen op. Met grote passen sloeg ik soms een trede over. Wanneer iemand dit zou zien, moesten ze wel denken dat ik goed getraind ben, maar in werkelijkheid doe ik niks aan sport. Ik hoorde de liftdeuren al opengaan terwijl ik nog twee trappen op moest. Zolang niemand de lift zou oproepen kwam het goed. Buiten adem gekomen op de vijfde etage waren de deuren alweer dicht. Ik drukte op het knopje en gelukkig was hij er nog. 

Terwijl ik de stoelen uit de lift haalde kwam een jongeman van begin dertig de trap op. 

“Aan het verhuizen?” 

Ik zette mijn stoel op de grond en draaide me om. Onbedoeld zwiepte mijn haren sierlijk door de lucht. "Nee, ik woon hier al twee jaar, nieuw interieur.” antwoordde ik. 

De man was gestopt met traplopen met precies één voet al op de volgende trede en zijn lichaam schuin naar me toe gedraaid. “Oh oké” antwoordde hij. 

Het klonk verrast. Zou hij me niet eerder hebben gezien deze twee jaar? Had ik hem al wel eens gezien? Welk onderdeel van mijn antwoord verraste hem, de twee jaar of het nieuwe interieur? 

Op het moment dat ik wilde vragen hoe lang hij hier al woonde hoorde ik de liftdeuren weer dichtgaan. “Shit!” ik draaide me om en drukte snel op het knopje. Ik haalde de laatste twee stoelen eruit. Toen ik weer opkeek was de man nog precies zichtbaar op de trap voor hij zou verdwijnen op de volgende etage. “Succes nog!” zei hij duidelijk gewacht hebbende tot ik zou opkijken. 

Ik glimlachte “Bedankt!” en ging weer verder met de stoelen. Hij was me nooit opgevallen maar misschien zou ik hem vanaf nu wel elke dag gaan zien. Wie weet woonde hij ook wel alleen en zou hier en nu de traditie zijn gestart elkaar te begroeten. Op welke verdieping zou hij wonen? Ik hoopte op de hoogste etage. Ik had al eens bedacht dat die mensen het beste uitzicht moeten hebben van het hele gebouw. Als hij me nou zou uitnodigen om bij hem te komen eten, kon ik mooi naar de twinkelende lichtjes van de stad kijken. 

(2)

In de etalage zag ik gelijk al een mooie witte bank met een soort wollige stof. Het ontwerp was net een wolk. Ik liep naar binnen om de stof te voelen. Inderdaad lekker zacht alsof ik een schaapje aaide. Niet dat ik recent nou een schaap had geaaid, maar het kon niet anders dan dat een schaap zo zou voelen. Iets verderop plofte een stelletje van mijn leeftijd neer op een bank. Zo’n plof waarbij de man gelijk weer op veerde om nog een keer neer te ploffen alsof hij de vering van de bank aan het testen was. Hij keek naar haar en maakte zo’n gezicht van “Niet verkeerd”. Hij had zijn handen naast zich neergezet als steun om nog een paar keer te bouncen om zijn vering-test compleet te maken . Hij trok er een tevreden en onder de indruk gezicht bij. 

De vrouw had haar hand op de rugleuning van de bank gelegd en wreef met haar duim heen en weer. Het was precies op zo’n manier zoals mensen weleens hun hand op je rug kunnen leggen wanneer je verdrietig bent. De man had een donkerblauwe spijkerbroek aan, bruine puntschoenen en een lichtblauwe blouse met de bovenste knoopjes ontdaan. Zij had een wikkeljurk aan met daaronder halfhoge leren laarsjes met een blokhak. Netjes maar toch ook gedacht aan comfort wanneer ze langer moest lopen of zelfs een stukje moest rennen. 

Ze zagen er met z’n tweeën fris en fruitig uit. Ze gaven me dat gevoel wat je kunt hebben wanneer je net uit de douche komt met je haren nog nat. Je voelt je schoon, verzorgd en de lucht om je heen voelt precies lekker fris op zo’n zomerse manier. Voor mijn gevoel voelden deze twee zich altijd zo. Alsof ze altijd goed voor zichzelf zorgen en alles op een rijtje hadden. Nu alleen nog een bank voor hun waarschijnlijk mooie huisje met echte houten vloeren, hoog plafond en lekker veel lichtinval. 

Ik was op de bank tegenover het stel gaan zitten en voelde me net alsof ik me in hun woonkamer

waande. Mijn bank stond op het vloerkleed dat ook onder hun bank door liep. Tussen ons in stond een lage salontafel. Ik was hun visite en wachtte op het moment dat de man me wat te drinken aan zou bieden. Een glas zelfgemaakte limonade of ice tea met ijsklontjes. Dat zouden ze vast wel hebben. 

Verwachtingsvol keek ik naar de man. 

Hij was nog druk met de bank en vroeg aan de vrouw “Wat denk jij van de maat? Veel groter dan

dit moeten we niet gaan toch?”. De vrouw keek op naar de man “Zolang we een hoekbank doen en hem thuis in de hoek plaatsen maakt het niet.”  

De man keek nog eens naar de bank alsof hij de maat nog niet goed in zich had genomen. Toen keek hij op naar mij. Waarschijnlijk had hij mijn blik gevoeld. Zou hij me nu wat te drinken aanbieden?

“Goedemiddag, kan ik jullie helpen?” Een man van iets in de veertig, strak in een blauw pak met

zijn haren netjes naar achteren gekamd kwam in de woonkamer staan. Zijn bovenlichaam had hij schuin naar beneden richting het zittende stel gebogen en zijn hoofd boog hierbij mee alsof hij om een hoekje moest kijken. 

Ik keek de verkoper aan maar kreeg geen blik terug. 

"Ja, zouden we een klapper met jullie stoffen mogen zien?” De vrouw was al opgestaan terwijl ze dit vroeg. 

“Uiteraard” de verkoper maakte een theatraal gebaar met zijn handen in de lucht. “Ik zal hem even pakken” voegde hij eraan toe terwijl hij met zijn vinger in de lucht aanduidde dat hij binnen een seconde weer terug zou zijn.

De man en de vrouw waren hem al gevolgd richting de informatie balie. 

Ik liet me naar achteren tegen de rugleuning vallen en keek rond. Ik liet met een plofje wat lucht door mijn lippen ontsnappen. Naast me stond een stalamp en verderop stonden weer andere banken. Ik stond op om de geleerde vering test uit te voeren op een lange bank met paarse velvetstof. De bank was heerlijk zacht en ik zakte er zo in weg. Deze bank had geen vering-test nodig want je werd er half in gezogen. Ik aaide de bank zoals de vrouw had gedaan. De velvet stof veranderde van kleur toen ik mijn vinger heen en weer bewoog. Van lichtpaars naar een diepere, donkerder paars.

“Fijn stofje hé?”. Een man in net zo’n blauw pak als zijn collega stond ineens naast mij. Ik keek omhoog naar hem op en we lachten naar elkaar. 

“Ja geweldig deze stof." " Heerlijk zacht.” Ik aaide verder als demonstratie van de zachtheid. De man liep om de bank heen zodat hij nu recht voor me stond. 

“Is deze bank een beetje wat je zoekt?" "

Ja, deze bank is zeker iets wat ik zoek. Vooral de stof en ook de maat lijkt me goed.” 

“Ja, ik heb deze stof ook op mijn eigen bank." Deze velvet stof heeft nog mooie lange haren.

Dat zie je tegenwoordig niet meer altijd vanwege de massaproductie. Alles moet zo goedkoop mogelijk en dan gaat de kwaliteit verloren. "De stoffen die wij inkopen hebben nog echt de kwaliteit zoals deze stof uit de jaren 60/70 bedoeld is, en dat voel je”. 

Tijdens zijn uitleg veegde ik de haartjes van de stof heen en weer en bestudeerde de lengte ervan. Je kon zien hoe talloze kleine draadjes rechtop en weer plat gingen wanneer ik eroverheen bewoog met mijn vinger. Het was een rustgevend gevoel en met het stukje geschiedenis van de man erbij bijna een verhaaltje voor het slapen gaan. Ik kreeg de behoefte om erbij te gaan liggen. 

“Ik wil ook even testen hoe hij ligt” zei ik. Ik ging met mijn benen op het lange stuk zitten en liet

me onderuit zakken. Mijn hoofd en schouders lopen helemaal naar beneden tegen de rugleuning aan. De man ging naast me zitten en bestudeerde mijn houding op de bank. 

“En ligt je nek zo ook comfortabel in de rugleuning?” Hij kneep in het kussen waar ik mijn hoofd 

op had gelegd alsof hij wilde helpen me comfortabel te laten liggen. Hij lachte met zijn ogen terwijl hij dit deed en er ontstonden allemaal kleine rimpeltjes. Het waren van die dunne lijntjes. Hele magere mensen hebben dat soort lijntjes in hun gezicht wanneer ze lachen. Af en toe zag ik ook iemand met een normaal postuur en zulke dunne lijntjes. Hij was zo’n iemand. 

Ik lag ondertussen helemaal languit en waarschijnlijk met een kleine onderkin keek ik op om de vraag te beantwoorden. “Ja dit ligt fijn, zo lig ik thuis ook altijd”. 

De man lachte bij mijn opmerking. 

Zou hij het herkennen? Lag hij thuis ook altijd languit op de bank met zijn hoofd op de

rugleuning? Of vond hij het grappig omdat hij zelf juist altijd rechtop zit? Ik keek naar zijn houding, die op dat moment inderdaad vrij recht was. 

“En jij bent niet heel lang, of wel?” De man keek naar mijn lichaam dat in de liggende stand nog lang niet de hele bank in beslag nam. 

De man zelf was behoorlijk lang. Ik denk wel bijna twee meter. Wanneer wij samen op de 

bank zouden liggen zou het makkelijk passen. Zou hij dit zelf al hebben bedacht? Ik keek hem aan vanuit mijn liggende houding. Hij had precies deze stof op zijn bank thuis. Zou hij nu zien hoe ik eruit zag wanneer ik bij hem thuis op de bank zou liggen? “Nee klopt, ik ben best klein.” 

“Dat dacht ik al. In dat geval is dit formaat bank ook goed geschikt. De zitting is namelijk niet te diep. Je kunt wanneer je zit als het goed is nog gewoon met je voeten bij de grond.”

Ik ging rechtop zitten om dit te testen. Ik kon inderdaad met mijn voeten bij de grond terwijl mijn 

rug de rugleuning raakte. We zaten nu recht naast elkaar. Mijn benen waren iets smaller dan de zijne. Hij had zijn handen op zijn benen liggen. Het waren grote handen. Alles aan hem was eigenlijk groot. Wat dat betreft ook allemaal in verhouding. Ik legde mijn handen op mijn benen. Mijn vingers zagen er dun en smal uit vergeleken met zijn vingers. Er zat wat ruimte tussen zijn vingers, die rustte op zijn blauwe pantalon. Mijn vingers zouden er precies tussen passen. Het zou een licht kietelend gevoel moeten geven als ik dat zou doen. 

“Wil je nog iets weten over de bank of zal ik je anders een papiertje meegeven met alle info?”. 

De man keek me aan met opgewekte ogen. Ik keek er recht in omdat ik zo vlak naast hem zat. Ik denk dat er maar dertig centimeter tussen onze hoofden zat op dat moment. 

De man stond op en pakte van de koffietafel naast de bank een stuk papier. Hij gaf het aan mij. “Alles over de bank staat hierop." " Alle stofgroepen, kleuren, 3-zits of 4-zits opties, de mogelijkheden zijn eindeloos.”. 

Ik nam het papier uit zijn grote handen. Voor een seconde was het papier het enige wat ons van elkaar scheidde. Vrij snel liet hij weer los, waarna ik met het blaadje in mijn handen achterbleef. 

Ik hoorde het geluid van de bel boven de deur bij de ingang. Een nieuw stelletje kwam de winkel binnen. Dit keer de man keurig in pak en de dame in een rechtlijnig A-jurkje met een rode leren handtas. De dame droeg de tas over haar onderarm, waarbij hij bij elke beweging bungelde. Ze had opgeföhnd haar waardoor haar bob naar binnen krulde richting haar gezicht. Aan haar oren hingen lange, zwaar ogende oorbellen die net als de handtas bij elke beweging met haar mee schommelden. Toen ze naar een bank keek leek het wel alsof ze hem beter kon zien wanneer ze haar kin hoger in de lucht bracht. Alsof ze de bank probeerde te ruiken. De manier waarop ze haar handtas dicht bij haar lichaam hield, maakte duidelijk dat dit geen type was om alles in de winkel aan te raken. 

De man was ondertussen een kandelaar aan het omdraaien zodat hij het prijsstickertje kon zien. Zou hij zich wel eens irriteren aan het deftige gedrag van zijn vrouw? Misschien was hij wel veel liever met iemand die net als hem naar prijskaartjes keek en ook spullen aanraakte zonder aarzeling. Iemand met gevoel voor tactiek, een sensitief persoon. 

Ik voelde gelijk onrust bij de verkoper. Hij keek naar het stel alsof hij stond te popelen om hen te helpen. “Bedankt voor alle informatie, ik ga er even over nadenken.”. 

Blij met mijn verlossende woorden knikte de verkoper en hij liep direct op het stelletje af. 

(3) 

In een glazen bak met open bovenkant lagen drie konijntjes warmpjes tegen elkaar aan in het stro. Ik stak mijn hand in de glazen kooi en probeerde me aan te kondigen door eerst langzaam richting het gezicht van één van de konijntjes te bewegen. Bij honden heb ik geleerd dat je eerst je hand moet laten ruiken als teken dat je geen bedreiging vormt. Zo kan de hond rustig kennis maken waarna je hem mag aaien. Dezelfde methode paste ik toe op de konijntjes. Ze waren zo zacht dat mijn hand in grote snelheid over de ruggetjes gleed. Ze sliepen gewoon door tijdens het aaien alsof mijn aanwezigheid nu al vertrouwd was voor ze was. Ze hadden ook gelijk, ik vormde geen gevaar. Dieren hebben hele sterke sensoren . Voor mensen is dit een stuk complexer, maar wij aaien elkaar ook niet bij een eerste ontmoeting. Misschien zouden mensen elkaar veel beter kunnen inschatten wanneer we dit wel zouden doen. 

Het blauwe licht van de aquariums verderop trok me aan. In het eerste aquarium zaten allemaal mini visjes in verschillende felle kleuren. Ze zwommen snel door elkaar heen. In het aquarium ernaast zaten vissen met een sierlijke en lange staart. “Sluierstaart” stond met een sticker op het raam. Onder de naam stond “Sluierstaarten zijn sociale dieren die nooit te lang alleen gehouden moeten worden. Alleen zijn zorgt ervoor dat ze zich kwetsbaar en onveilig voelen, wat onnodige stress veroorzaakt. "Hou ze dus altijd met 2 of meer!”. 

Er liep een verkoper voorbij met een grote zak voer. Hij maakte in het aquarium naast me een klep open waarna hij met hard krakende geluiden van het plastic een hand voer uit de zak haalde. Hij verstoofde het voer over de oppervlakte van het water. Zijn hand bewoog sierlijk heen en weer terwijl de fijne korrels door zijn vingers op het water dwarrelden. De vissen zwommen direct naar boven en begonnen met getuite monden het voer op te pikken. De man haalde zijn hand boven het aquarium weg en klapte met zijn handen boven de zak het vastgeplakte voer los. Je kon duidelijk de routine van deze handelingen zien. Ik denk dat hij hier al heel wat jaren werkt. Hij bleef even naar de vissen kijken terwijl ze het voer op aten. Voldaan keek hij naar zijn verrichte werkzaamheden.  

“Ze zijn blij met je.” zei ik terwijl ik opzij keek naar de man. Hij had halflang bruin en warrig haar en toen hij me aankeek zag ik zijn bruine ogen. Grote ogen zoals sommige van de vissen, maar met een vriendelijke blik. 

"Ja, hun favoriete moment van de dag”. 

Ik geloofde de man gelijk. Zou eten ook het leukste moment van zijn dag zijn? Of was de vissen het hoogtepunt van zijn dag? Het zou een perfecte samenwerking zijn met de vissen. De vissen hebben hem nodig, maar hij heeft andersom ook de vissen nodig. Hij zal de essentie van dieren houden begrijpen, daarom ik hij hier vast ook gaan werken. 

“Eten is ook heel fijn, ik snap ze wel.” Zei ik met een glimlach. 

"Ja, plus als we ze geen voer geven, kunnen de vissen elkaar gaan opeten.” 

Die opmerking had ik even niet aan zien komen. Zou de verkoper, als hij lang genoeg geen eten kreeg en in een glazen kom zat, ook andere mensen gaan opeten? 

“Geef je ze gelijk in die situatie?" " Wanneer ze al lang geen eten meer hebben gehad?”

“We proberen het natuurlijk te voorkomen door elke dag op tijd eten te geven." " Anders kunnen we de zaak wel sluiten.” 

Hij had mijn vraag leuk weten te omzeilen. Hij pakte de zak met vissenvoer van de grond en zette hem met een harde plof een meter verder voor het volgende aquarium neer. De ruwe manier van verplaatsen maakte dat ik me zeker kon voorstellen dat hij zou doen wat nodig was om te overleven. 

“Je kunt natuurlijk ook gewoon voor een goudvis gaan of een sluierstaart daar voor je.” De man knikte met zijn hoofd richting het aquarium waar ik voor stond. “Die hebben maar een heel klein beetje eten nodig." Sterker nog, je mag ze niet te veel geven want dan raken ze verstopt. Hun spijsverteringskanaal is vervormd vergeleken met andere vissen.” 

De man gaf de informatie terwijl hij weer met hard gekraak de zak opende en het klepje van het volgende aquarium eraf haalde. 

“Ik heb al twee sluierstaarten thuis, ik kom voor nieuw voer.” Nu knikte ik met mijn hoofd richting de zak voor de man. 

“Voer staat achterin” De man boog zijn hoofd schuin naar achteren om zo aan te wijzen waar hij bedoelde. We hadden onze eigen manier van communiceren gevonden. Zou hij ook door hebben dat we elkaar nu goed begrepen met alle knikjes? Zou ik doorhebben dat ik ben zoals hij. Iemand die het hele lichaam inzet om iets duidelijk te maken. Soms zegt dat veel meer dan woorden. 

Zijn handen had hij ook niet kunnen gebruiken want die zaten alweer in de zak. Zijn rechterhand kwam goed gevuld naar boven. Het eten bleef als een soort klont precies in zijn hand zonder er tussenuit te vallen. Dit moest een kwestie zijn van precies de goede hoeveelheid druk geven. Ik zag hoe hij spanning op zijn hand had staan om dit voor elkaar te krijgen. Boven het aquarium kwam de ontspanning in de hand en langzaam dwarrelde het voer weer naar beneden als de eerste vlokjes sneeuwden in de winter.

(4)

Ik liep achter een rode leren bank langs terwijl ik met mijn vingers over de rugleuning gleed. Met mijn andere hand had ik het net gekochte potje vissenvoer vast in mijn jaszak. Het puilde als een grote bobbel uit in mijn jas en zat net te strak waardoor het in mijn buik drukte. Verderop waren een moeder en dochter op een bank aan het kletsen. Ze hadden ook hun jassen nog aan waardoor het er net niet comfortabel uitzag. De moeder had een kort grijs kapsel, blauwe outdoorjas, spijkerbroek en sneakers aan. De dochter droeg haar lange stijl blonde haren los, waarbij het over haar gladde zwarte donsjas verspreid over haar rug hing. De dochter pakte een sierkussen uit de hoek van de bank en drukte deze tegen zich aan. Ze leunde naar achteren waarbij haar haren tussen haar en de bank klem zaten. Ze liet zich wat naar onderen zakken waardoor een boogje of soort lus van een blonde pluk ontstond. 

Ik zag verderop een grote vaas op de grond staan met lange grijze veren erin. Ik zou er perfect eentje door de lus kunnen rijgen. Misschien zou ze het niet eens voelen. Ik liep naar de vaas en liet er zo zacht mogelijk het net gekochte potje vissenvoer in vallen. 

Achter me ontstond een schaduw die steeds groter werd en uiteindelijk tot stilstand kwam. Ik draaide me om en zag een vrouw in zwart pantalon met gillet. Ze keek me opgewekt aan.

“Heeft u een vraag?”. 

Vragen had ik genoeg. Altijd. Daar had ik nooit een tekort aan.